rapport

Beoordeling gedragsreacties bij differentiatie havengelden

Resultaten

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de luchthaven Schiphol verschillen van mening over hoe luchtvaartmaatschappijen reageren op een sterkere differentiatie van de havengelden naar geluidscategorie. De reacties zijn van meerdere (luchtvaartmaatschappij-specifieke) factoren afhankelijk en daardoor niet met absolute zekerheid te voorspellen. Gegeven deze onzekerheid, wijken de door beide partijen veronderstelde gedragsreacties niet heel veel van elkaar af en lijken beide realistisch. De door Schiphol gehanteerde ratio’s tussen de vervangingspercentages voor verschillende vliegtuigcategorieën lijken wel beter overeen te komen met de besparingen die kunnen worden gerealiseerd. Aanbevolen wordt om geen aparte gedragsreacties te hanteren voor verschillende typen maatschappijen, wanneer die niet goed kunnen worden onderbouwd. Het Ministerie en Schiphol houden geen rekening met de mogelijkheid dat luchtvaartmaatschappijen lawaaiige vliegtuigen verplaatsen van de nacht naar de dag of dat zij hun activiteiten op Schiphol rationaliseren. Daardoor wordt de geluidswinst die samenhangt met een sterkere differentiatie van de luchthavengelden onderschat.

Achtergrond

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft een pakket met maatregelen gedefinieerd waarmee de geluidsoverlast rondom Schiphol moet worden verminderd. Het pakket is genotificeerd aan de Europese Commissie in het kader van de Balanced Approach procedure. Een van de maatregelen betreft het sterker differentiëren van de havengelden op basis van de geluidscategorie van het vliegtuig. Het verhogen van de gelden voor lawaaiige vliegtuigen en het verlagen ervan voor stillere vliegtuigen creëert een (grotere) financiële prikkel voor luchtvaartmaatschappijen om lawaaiige vliegtuigen te vervangen door stillere types. Het effect van de maatregel hangt af van de mate waarin luchtvaartmaatschappijen vliegtuigen kunnen en willen vervangen. Het Ministerie en Schiphol verschillen van mening over hoe luchtvaartmaatschappijen reageren op de maatregel. Beelining is gevraagd om deze veronderstelde reacties te beoordelen op basis van de onderliggende aannames.

Methodiek

Op basis van het tariefstelsel voor 2025-2027 is bepaald hoe groot de financiële prikkel is om een lawaaiig vliegtuig te vervangen door een stiller type. Vervolgens zijn de potentiële reacties op het nieuwe stelsel geïdentificeerd. Op basis daarvan zijn de door het ministerie en Schiphol veronderstelde gedragsreacties beoordeeld.  

Cover_Review_airline_responses_tariff_differentiation_December_2024

Colofon

Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Auteur(s): Rogier Lieshout

Type: Notitie

Datum: 2 December 2024

Bestanden

(rapport is in het Engels)

vragen over deze publicatie?

Contact

Als u vragen heeft over deze publicatie of over onze dienstverlening, neem dan geheel vrijblijvend contact op per e-mail of via het contactformulier.

Contactgegevens

info@beelining.nl

+31 (0)6 2823 7401

www.beelining.nl

KvK: 83803157

BTW: NL003875598 B18

ContactFormulier

andere recente

Publicaties

Onderzoek naar de kosteneffectiviteit van hinderbeperkende maatregelen in het kader van de Balanced Approach procedure.

Beoordeling van veronderstelde gedragsreacties bij een sterkere differentiatie van de havengelden op Schiphol in het kader van de BA-procedure.

Onderzoek naar slotmobiliteit op Schiphol en de effecten van het faciliteren van slothandel.